Hans en Lita, die na een avondje reisverhalen van Esther en Jolanda helemaal enthousiast geworden waren over het idee om vrijwilligerswerk te doen in Shewula, hebben een blog geschreven over hun ervaringen in Swaziland. Zij maakten een reis van drie maanden en zorgden ervoor dat zij ook in Shewula waren op het moment dat Jolanda met haar reisgezelschap die kant uitging in april. Hier het verslag van Hans en Lita:
“In het noordoosten van Swaziland ligt Shewula, een plattelandsgemeenschap van ongeveer 11.000 mensen. Zij wonen in hutten – soms in stenen huisjes – die verspreid staan op een berg. De meeste huizen beschikken niet over elektriciteit of stromend water. Een 17 km lange zandweg is de verbindende ‘verkeersader’. Aan het eind daarvan ligt Shewula Mountain Camp. Deze plek met een prachtig uitzicht was onze verblijfplaats voor een week.
Vergeleken met de levensomstandigheden van de mensen van Shewula is het Mountain Camp behoorlijk luxe! De keuken heeft licht (via een krakkemikkig verlengsnoer), stromend water en ook een koelkast. Gas zorgt voor douches met warm water. De toiletten kun je doorspoelen. Wij maakten gebruik van olielampen en wat waren wij blij met onze hoofdlamp!
Er was -uiteraard- geen internet. Dus moeten we nu verslag doen van een hele week…… zoveel indrukken……. hoe kunnen we dit nu overbrengen? Gelukkig hebben we ook de foto’s.
Met meerdere mensen hebben we gepraat over de ‘lobola’, de bruidsschat die hier nog steeds gehanteerd wordt. De familie van de jongen geeft koeien (of de waarde in geld) aan de ouders van het meisje waarmee hij wil trouwen. Voor een eenvoudig meisje worden ongeveer 11 koeien gegeven. Is het meisje goed opgeleid, of komt ze uit een goede familie, dan is ze meer waard. Dit gebruik geeft wel problemen, omdat veel mensen de loboda niet kunnen betalen. Maar afschaffen? “Oh no…, my parents would say we did not raise her for nothing!”
Terug naar Shewula. Hoe kwamen we daar terecht? Via via waren we in contact gekomen met Jolanda. Zij was daar al een paar keer eerder geweest en samen met Rudolf, een Zuid-Afrikaanse vriend van haar, probeert ze Shewula regelmatig te bezoeken. Samen met mensen uit Nederland, zodat een klein team vrijwilligerswerk kan doen voor de community. In het Mountain Camp waren we deze week met z’n zessen: Jolanda, Rudolf, Robin (een neef van Jolanda), Wouter (een vriend van haar), en wij tweeën. Een groep met een bijzondere samenstelling, die elkaar deels niet kende. Ondanks dat hadden we het erg gezellig samen!
Jolanda en Rudolf hadden hun best gedaan om deze trip en de activiteiten zo goed mogelijk voor te bereiden. Elke dag hadden we daardoor een vol programma. (Dat overigens niet altijd ging zoals verwacht; het is immers Afrika…) Wat hebben we zoal gedaan?
- Samen met een lokale aannemer hebben de mannen de weg naar het kamp verbeterd, zodat het regenwater niet meer door het kamp loopt, maar wordt omgeleid.
- Jolanda en ik hebben op een school les gegeven in tekenen, Engels en samenspel.
- Jolanda heeft afspraken gemaakt met de kliniek over ondersteuning en scholing bij haar volgende bezoek.
- We hebben de kozijnen van twee rondavels in het kamp geverfd en wat kleine klusjes verricht.
- Wouter en Hans hebben een verbeterplan voor de elektriciteit gemaakt.
- We hebben met 16 kinderen vierkante-meter-groentetuintjes (square meter gardening) gemaakt. In negen vakjes zijn verschillende groentes gezaaid, die ze hopelijk over een tijdje kunnen oogsten en eten.
- Ook hebben we de sangoma (medicijnman) bezocht, de kapper, en tijdens de village walk nam onze contactpersoon December ons mee naar twee families.
We hebben veel gezien, veel gehoord, veel ervaren. De vraag hoe zinvol ons vrijwilligerswerk was laat zich lastig beantwoorden. Maar misschien is dat ook ’te Nederlands’ om je dat zo af te vragen. Wij hadden het tijdens deze interessante week in ieder geval erg naar ons zin. En wie weet… hebben we een stempeltje gedrukt.
Gisterochtend reden we de 17 km lange hobbelweg weer de berg af. Lieten het mooie uitzicht achter ons, zwaaiden nog naar iedereen die we op de weg tegenkwamen, gaven een lift aan een oudere man (die ons bedankte voor ons verblijf in Shewula en de bijdrage die we daarmee aan de community hebben gegeven) en realiseerden ons dat we toch wel op een heel bijzondere plaats waren geweest.”