Sawubona!

Zo begonnen wij elke morgen aan een nieuwe dag vol belevenissen in Zuid-Afrika en Swaziland. (Sawubona is Zulu en Swati voor goeiedag.)

Samen met Jolanda en Erik (vriend van Stichting Qalisa) vloog ik op 1 september 2012 naar Johannesburg met als doel om niet alleen vakantie te vieren, maar ook om vrijwilligerswerk te doen bij een dagopvang in Port Elizabeth en in Shewula, Swaziland. Hoewel wij ons razendsnel aanpasten aan het Afrikaanse ritme (opstaan met de zonsopgang, en vroeg weer naar bed), volgt hier in sneltreinvaart een reisverslag.

Het was een fantastische reis vol ontroerende, fascinerende, kleurrijke, leerzame en hilarische momenten! Wij hebben ons zeer welkom gevoeld bij de Swazi’s in Shewula en werden zelfs uitgenodigd een traditionele bruiloft bij te wonen! Ook bij Ithemba in Port Elizabeth hebben we de kids én de leiding een, zoals ze het zelf noemden, “injection of positiveness” kunnen geven. Daarnaast hebben we ons zeer goed vermaakt in St. Lucia, de Drakensberg, Pretoria en het Krugerpark. Kortom: de reis is voor herhaling vatbaar! (Het kamperen laten we de volgende keer misschien wel achterwege, speciaal voor mij, aangezien weer is gebleken dat ik niet zo’n enthousiaste kampeerder ben…)

Jammer dat je altijd zo wordt gewaarschuwd voor gevaar en geweld in Zuid-Afrika. Natuurlijk is het er, maar dat is bij ons ook. Met een dosis gezond verstand en de overduidelijke belangstelling voor onze medemens hebben wij nergens last van gehad en niets dan mooie dingen gezien en fijne mensen ontmoet.

Ithemba

Ithemba in Port Elizabeth (PE) is een dagopvang voor gehandicapte kinderen uit de townships. Wij melden ons er maandagmorgen vroeg. De kinderen zijn er nog niet, maar de leiding reageert blij en enthousiast als ze ons zien. Ze zijn echter in mineur, want de toekomst van de dagopvang is erg onzeker. Ten eerste verandert de regelgeving en zal Ithemba het zonder de overkoepelende organisatie moeten gaan doen en ten tweede moeten nu de ouders van de kinderen ineens zelf vervoer naar de dagopvang regelen. In Nederland vinden we die verantwoordelijkheid heel logisch, maar als je in een sloppenwijk woont omdat je toch al niets hebt, is dat best lastig. Een mooi voorbeeld van hoe bureaucratisch en van achter een bureau bedachte maatregel kant noch wal raakt.

We inventariseren wat er op dit moment nodig is en gaan het gewoon halen. Heel praktisch. En dus gaan we op zoek naar schriften, pennen, potloden, papier, speelgoed en wat andere leermiddelen.De volgende dag komen we met een kofferbak vol spullen terug bij Ithemba. Ook nog wat dingen die niet tot de noodzakelijkheden behoorden, maar wij dan wel weer leuk vonden om te geven. Zo doen de ballen het heel goed bij de lachende kids ;-)

De middag gebruiken we om de situatie nader te bekijken. En na het analyseren van de cijfers komen we tot de conclusie dat Ithemba juist beter af zal zijn zonder de geldverslindende overkoepelende organisatie! Vergaderstukken in kleur uitprinten en deze op het budget van Ithemba afboeken, terwijl ze zelf uitermate zuinig omspringen met de printer en het papier, is toch iets dat je kunt missen als kiespijn. De donkere wolken trekken weg en we zien een lach op het gezicht van de leiding. Wij beloven in Nederland een verder plan uit te werken om te kijken of we Ithemba blijvend kunnen ondersteunen. Dikke tranen van geluk en voor ons een heerlijk gevoel om met zo weinig middelen mensen toch zo te kunnen helpen.

Op ons verzoek mogen we mee als de medewerkers naar huis worden gebracht in de townships. Een wereld op zich. Schokkend om te zien in wat voor omstandigheden mensen leven en dat ook normaal vinden. Eindeloze rijen vervallen hutjes langs zandwegen. Ongetwijfeld zo lek als een mandje en met regen verandert het zand in een modderstroom. Ik moet regelmatig even slikken, maar het lijkt de bewoners zelf niet te deren.

Lesgeven in duurzaamheid

Shewula

Shewula is een gemeenschap van ca. 12.000 Swazi’s die verspreid wonen over een berg, waar wij bovenop zitten. Met een prachtig uitzicht, zegt Jolanda, die er al meerdere keren is geweest. Daar is alleen niets van te zien, want er hangt een dikke mist, het regent en het is slechts 10 graden… Nog nooit eerder meegemaakt, volgt er. (Dat gaan we nog wat vaker horen, maar zoals in elk sprookje komt alles goed!)

Na een koningsmaal (een kip-kip) proberen we met onze hoofdlampjes de slaapplaatsen in de rondavels te vinden. Geen licht is toch wel erg donker, luidt de conclusie.

De volgende morgen beginnen we, nog steeds in de stromende regen maar met frisse moed, aan wat onderhoudsklussen. Het zal toch best een keer droog worden. Nou…, die dag niet. En ook die dag daarna niet. De rieten daken beginnen bij zoveel nattigheid wat gebreken te vertonen en alles wordt klam. Het zal wel ergens goed voor zijn… Weer of geen weer, wij beginnen de dag met bootcamp.

Dan ineens is het droog! En ja hoor, er is inderdaad sprake van een uitzicht, dus toch! Het is ook meteen 25 graden, dus de jassen gaan uit en de korte broeken aan.

We beginnen de zaterdagmorgen bij de kwekerij. We geven de kids een kleine les in duurzaamheid en inheemse boomsoorten. Daarna gaan we ze laten zien hoe eenvoudig het is om zaadjes te planten en stekjes over te zetten. Ze zijn eerst wat verlegen en voorzichtig, maar na een kleine bootcamp om het ijs te breken, blijken het ware talenten te zijn!

Door ons relatief lange verblijf in Shewula (een week, terwijl de meeste gasten slechts een paar dagen in het Mountain Camp verblijven) beginnen we langzaam maar zeker vrienden te maken. We kunnen steeds meer vragen en krijgen ook meer vragen terug hoe het dan is in Nederland. December, onze man die van alles regelt in Shewula, vraagt of we mee gaan naar een traditionele Swazi bruiloft. Dat hoeft hij geen twee keer te zeggen. En dus worden wij aangekleed met Swazi-doeken, kettingen en de heren compleet met dierenhuid en knots. December (door ons grappend January genoemd…) gaat ons voor.

Traditionele Swazi-bruiloftOp de bruiloft moet er eerst nog even formeel toestemming worden geregeld, maar die komt er en ik mag zelfs onbeperkt foto’s maken. En…, tot mijn verbazing wordt er bij vermeld dat ik ze ook op het internet mag zetten. We zitten hier in the middle of nowhere, er is nergens stromend water en geen facilitaire voorzieningen, maar er wordt wel verwezen naar het internet?!?

De heren maken diverse rondes over het dansterrein met hun knots, December lachend voorop. We stoppen geld in het haar van de bruid, zoals gebruikelijk is, en we zijn zelf ook een bezienswaardigheid. We worden op de foto gezet, zowel door de gasten als door de officiële trouwfotograaf. Een keer wordt er zelfs bij gezegd dat de fotograaf de foto op Facebook zal zetten, maar dan moet hij toch toegeven dat hij niet over Facebook beschikt. Grapjas.

De bruiloft is een kleurrijk dansfestijn. Het heeft prachtige foto’s opgeleverd en wij voelen ons vereerd dat we zo werden toegelaten door het bruidspaar!

Samen met December als onze tolk brengen we tevens een bezoek aan de zg. Sangoma, de traditional healer of medicijnman. Zijn huisje staat vol met potjes en flesjes met van alles en nog wat. Ook hier mag ik gewoon weer foto’s maken, maar ik hou het beperkt om niet onbeleefd te zijn.

De Sangoma blijkt een man met een prachtige, diepe stem te zijn. Hij praat bedachtzaam en hij heet ons welkom. December vertaalt zijn verhaal. Hoe hij werd “geroepen” Sangoma te worden door de spirits. Dat dat niet eenvoudig is en veel van hem eist. Maar, toch wel een beetje tot onze verbazing, kent deze man heel goed zijn grenzen. Met HIV en leverproblemen kan hij niets, geeft hij aan. Dan verwijst hij naar het ziekenhuis. Epilepsie en kinderloosheid daarentegen, dat kan hij goed helpen genezen. Hij vraagt hoe wij dat in ons land doen. Wij beginnen over IVF en hij moet lachen bij het idee.

Al met al een bijzonder bezoek, waarbij wij maar weer eens bevestigd kregen dat er zeker meer is tussen hemel en aarde!

Onze kennis van de Swati taal begint inmiddels aardig uit te breiden. Elke morgen beginnen we nu een heel gesprek:

“Sawubona!”
Sawubona – unjani?
“Ah, ngisaphila. Ngiyabonga kakhulu.”
Yebo!

We hebben er lol in en de Swazi’s ook. Bovendien werkt het door heel Zuid-Afrika, want Swati en Zulu vertonen veel overeenkomsten. Het is telkens weer een ijsbreker.

 

Op een prachtige namiddag horen we het geluid van spelende kinderen. Vlakbij ons kamp blijkt een voetbalveldje te liggen en de jongens zijn een potje aan het ballen. Wij gaan eens kijken en zien gepassioneerde voetballers, die doelpunten uitgebreid vieren! Dat sommigen nauwelijks kleren aan hun lijf hebben, lijkt ze niets uit te maken, ze hebben veel plezier en hier wordt nog gewoon sportief gevoetbald. Wij leven als publiek intens mee (zie foto hiernaast bij een net gemist doelpunt ;-)).

Het lijkt nu misschien of we alleen maar leuke dingen voor onszelf hebben gedaan, maar niets is minder waar. Tussendoor wordt er ook een bezoek gebracht aan de kliniek. Mijn reisgenote, huisarts van beroep, is onder de indruk van de voortgang die de afgelopen twee jaar is geboekt. Er zijn nu meerdere individuele consultatieruimtes, er hangen gedegen werkinstructies aan de muur en de medicijnen liggen achter slot en grendel. We vragen een van de zusters hoe het met de HIV-besmettingen gaat en hoe het programma loopt om deze te voorkomen.

Er blijkt een goed programma te zijn om mensen naar de kliniek te laten komen voor een HIV-test en voorlichting. Vooral de mannen is een lastige doelgroep, omdat zij over het algemeen pas naar de kliniek komen als ze dag daarna doodgaan, maar ook daar is wat op gevonden: een koeiehoofd. Hebben we dat goed verstaan? Ja dus! Elke maand worden de mannen gestimuleerd met hun zoons naar de kliniek te komen door een koeiehoofd ter beschikking te stellen. Dit is een traditie en het koeiehoofd (alles behalve de hoorns) wordt gegeten door echte mannen. Mooi staaltje marketing! Nu nog een dokter in de kliniek en niet alleen antibiotica voorschrijven (ik praat onze eigen dokter even na) zonder echt inzicht in de klachten te hebben en we zijn helemaal op de goede weg!

Later tijdens ons verblijf houden wij nog spreekuur voor de dames in het Mountain Camp. Dat is een succes, want we merken dat dat vuurtje zich heeft verspreid en de volgende dag gaan er weer dames bij onze dokter op bezoek. Voor een volgende keer kunnen we daar dus vervolg aan geven!

Op dinsdagmorgen vanaf 6.00 uur vindt het zg. “cow dipping” plaats, waarbij de koeien moeten worden geregistreerd en door een bad heen moeten met een chemisch goedje om ze te beschermen tegen teken. Dat lijkt ons wel een happening en dus zijn wij bijtijds van de partij!

Nooit geweten dat koeien écht bommetjes kunnen maken, maar dat is dus wel zo. Ik word gewaarschuwd niet te dicht bij het waterbad te gaan staan met de camera. Eigenwijs als ik ben, denk ik dat het heus wel mee zal vallen. Niet dus. De koeien zijn er niet happig op, maar als ze eenmaal gaan, dan springen ze vol overgave in het water. Ik kan nog net op tijd wegspringen!!

Op zondag gaan we mee met de manager van het Mountain Camp, Nomsa, naar haar kerk. Het is een gezellig chaotisch gebeuren. Er wordt uit volle borst gezongen en in combinatie met de galmende akoestiek klinkt het prachtig. Hier is men niet verlegen zich uit te spreken, want ook tijdens het bidden wordt het volume flink opgeschroefd. Bij sommige mensen lopen de tranen over de wangen, zo intens wordt de kerkdienst beleefd. Hoewel we natuurlijk niets verstaan van een preek in het Swati, worden we in het Engels wederom welkom geheten. Ons bezoek blijft niet onopgemerkt.

De kinderen zitten netjes vooraan en blijken ook allemaal zangtalentjes te zijn. De allerkleinsten zitten gewoon vastgeknoopt op de rug van hun moeder, of oma, of ouder zusje. Het gaat allemaal heel natuurlijk, niemand doet moeilijk.

Na afloop van de kerkdienst geeft iedereen iedereen een “African handshake”. Dat is best veel werk, maar wat is dit leuk! Als we terugkomen bij het kamp, concluderen we dat we nog maar twee dingen niet gezien hebben: een geboorte en een begrafenis!

Na een week is het tijd om afscheid tenemen. Wat hebben we hier intens genoten en het voelt dan ook alsof we gedag zeggen tegen naaste familie. We hebben ons heel welkom gevoeld en komen heel graag terug. Liefst met meer mensen uit Nederland, want het is goed om eens een week van je leven te besteden levend naar het ritme van de dag, zonder communicatiemiddelen, zonder elektriciteit, maar met elkaar, in de buitenlucht en genietend van goede gesprekken. Heel inspirerend! We rijden de berg weer af, stukken rijker en met veel meer levenservaring. OK, toegegeven, we gaan als vliegen op de stroop af als de eerste WiFi-mogelijkheid zich voordoet, maar dat is ook vooral om deze geweldige ervaring wereldkundig te maken. Het is ook niet nodig om het Westerse uit de Westerling te halen, maar een stukje Afrika meenemen in het Nederlandse leven is zeker mogelijk en heel wenselijk. Wij kunnen veel leren van het leven in het nu, en de Swazi’s en Afrikanen hebben weer baat bij onze kwaliteiten om te plannen en verder te kijken dan je neus lang is.Dit was een geslaagde uitwisseling, want zo zien wij het, en we gaan hier in Nederland door! Wordt vervolgd.